De geur van vroeger
Als ik aan streekproducten denk, word ik altijd een beetje nostalgisch. Hebben jullie dat ook? Of het nou de leeftijd is of mijn agrarische afkomst, daar ben ik nog niet helemaal over uit. Maar ik word altijd blij als ik gewoon nog koeien in de wei zie lopen. Of als ik de geur ruik van gemaaid gras of aardappels in de bewaarschuur. Of wanneer appels weer beginnen te kleuren aan het eind van de zomer.
Nostalgisch werd ik ook tijdens mijn bezoek aan Blokzijl vandaag. Het begint al als je het centrum van Blokzijl in rijdt. Je ziet bijna nog de paard en wagen door de straten rijden als je een beetje fantasie hebt. Wij als mensen uit de buurt staan er waarschijnlijk niet vaak bij stil. We ergeren ons aan de smalle Brouwersstraat als we niet door kunnen rijden. Daarna staat natuurlijk de brug open en kun je je auto nergens kwijt. Al dat bovenstaande gebeurt mij ook als ik op bezoek ga bij Bakker Prins in Blokzijl. Regen komt met bakken uit de lucht en als ik dan eigenlijk mijn auto kwijt ben moet ik het halve dorp door lopen om bij de bakkerij te komen.
Via de achterdeur stap ik dus druipnat de bakkerij binnen van vader Joop en zoon Rutger Prins, aan de Brouwerstraat 14. Tot 2006 fungeerde deze bakkerij ook voor het bakken van broden en andere lekkernijen. De geur van speculaas kruiden komt me tegemoet. De mannen zijn druk aan het werk want het is donderdag en elke donderdag wordt er Blokzijler brok gebakken.
Ik hoor hier het verhaal over Berend Prins uit Blokzijl die op een zekere ochtend een flinke hoeveelheid speculaas moest leveren aan de Regenten in het Prins Maurits Weeshuis. Tijdens het afbakken bleek de oven niet goed van temperatuur, wat resulteerde in een halfgaar product. Toch besloot hij de koek in de winkel te leggen. Het resultaat leek niet bepaald op speculaas maar werd alom gewaardeerd. Het ontstaan van de Blokzijler Brok was een feit. In de jaren 50 paste Auke Prins het recept enigszins aan en daarna is het recept niet meer veranderd.
Ik zie hoe de mannen druk aan het werk zijn. Op de manier hoe het al bijna 50 jaar gaat. “Eigenlijk is het heel simpel” zegt Rutger. “Je maakt een deegje, rolt het uit, schuift het in de oven, laat het afkoelen en verpakt het”. Traditioneel en ambachtelijk zijn 2 woorden die hoog in het vaandel staan bij de bakkers. Alle brok wordt nog gewoon met de hand ingepakt in de folie. Het zou best automatisch met een machine kunnen, maar dat gaan we niet doen, aldus Joop. Het recept is nog steeds geheim.
Elke week wordt er maar liefst 700 pond brok gebakken. De afzet gebeurt in de eigen regio. Winkels in de buurt verkopen de brok. En natuurlijk in de eigen winkel aan de Brouwersstraat waar ook veel andere streekproducten worden verkocht, voornamelijk aan toeristen. Die toeristen zorgen er ook voor dat de brok mee naar huis wordt genomen en dat daar ook weer brok gegeten wordt. “Er komen hier in de zomer mensen die hele bestellingen meenemen voor familie en vrienden“, zegt Joop trots.
Ondertussen gaat de oven weer open en worden er weer 4 platen brok naar binnen geschoven. Vader Joop is duidelijk trots op zijn brok, ook al is hij al aardig op leeftijd. Hij heeft nog enorm veel plezier in zijn werk. Zoon Rutger die een aantal jaren geleden de bakkerij heeft overgenomen is ondertussen druk met platen deeg onder de roller door schuiven. De volgende platen moeten worden gevuld.
Blij verlaat ik de bakkerij met natuurlijk een stuk brok onder mijn arm. Wanneer ik terug ben op kantoor kijken er een flink aantal medewerkers omhoog van hun scherm en kijken me vragend aan. “Heb je brok bij je? “